vijf
vijf (Niederländisch)
BearbeitenWorttrennung:
- vijf
Aussprache:
- IPA: [vɛif]
- Hörbeispiele:
vijf (Info)
Bedeutungen:
- [1] Kardinalzahl, attributiv: fünf
Beispiele:
- [1] De meeste Tetrapoda hebben vijf vingers en vijf tenen aan hun handen en voeten.
- Die meisten Tetrapoden haben fünf Finger und fünf Zehen an Händen und Füßen.
Übersetzungen
Bearbeitenf | Singular | Plural |
---|---|---|
Wortform | de vijf | de vijven |
Diminutiv | het vijfje | de vijfjes |
Worttrennung:
- vijf, Plural: vijf·en
Aussprache:
- IPA: [vɛif]
- Hörbeispiele:
vijf (Info)
Bedeutungen:
- [1] die Ziffer 5
- [2] Mathematik: die natürliche Zahl zwischen der Vier und der Sechs
Verkleinerungsformen:
- [1] vijfje
Oberbegriffe:
- [1] cijfer
- [2] natuurlijk getal, oneven getal
Beispiele:
- [1] Het getal 35255 bevat drie vijven.
- Die Nummer 35255 enthält drei Fünfer.
- [2] Vijf is een oneven natuurlijk getal, dat vier opvolgt en aan zes voorafgaat.
- Fünf ist eine ungerade natürliche Zahl, die auf vier folgt und vor sechs steht.
Übersetzungen
Bearbeiten [2] Mathematik: die natürliche Zahl zwischen der Vier und der Sechs