n Singular Plural

Wortform het ijzer de ijzers

Diminutiv

Worttrennung:

ij·zer

Aussprache:

IPA: [ˈɛi̯zər]
Hörbeispiele:   ijzer (Info)

Bedeutungen:

[1] Chemie: silberweißes, bei Feuchtigkeit leicht oxidierendes Metall; Eisen

Beispiele:

[1] Mangaan en ijzer worden uit het water eruit gezeefd, omdat die stoffen zich op de leidingen afzetten.
Mangan und Eisen werden aus dem Wasser abgeseiht, weil sich diese Stoffe an den Leitungen ablagern.

Wortbildungen:

[1] ijzeraarde, ijzeratoom, ijzerbeslag, ijzerboor, ijzerdraad, ijzererts, ijzergaren, ijzergehalte, ijzergieterij, ijzergrijs, ijzerhandel, ijzerhard, ijzerhoudend, ijzerhout, ijzerkam, ijzerkies, ijzerkruid, ijzerlegering, ijzermijn, ijzeroxide, ijzerpreparaat, ijzerroest, ijzerslang, ijzersmaak, ijzersmelterij, ijzerspaat, ijzersteen, ijzersterk, ijzertijd, ijzervarken, ijzervreter, ijzerwaren, ijzerwerk, ijzerwinkel, ijzerzaag, ijzerzout, boksijzer, breekijzer, hoefijzer, smeedijzer

Übersetzungen

Bearbeiten
[1] Niederländischer Wikipedia-Artikel „ijzer (element)
[1] Van Dale Onlinewoordenboek: „ijzer
[1] PONS Niederländisch-Deutsch, Stichwort: „ijzer
[1] dict.cc Niederländisch-Deutsch, Stichwort: „ijzer
[1] uitmuntend Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „ijzer
[1] mijnwoordenboek Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „ijzer
[1] Langenscheidt Niederländisch-Deutsch, Stichwort: „ijzer