België (Niederländisch) Bearbeiten

Substantiv, Toponym Bearbeiten

Singular

Nominativ België

Genitiv Belgiës

 
[1] België

Worttrennung:

Bel·gië, kein Plural

Aussprache:

IPA: [ˈbɛlɣijə]
Hörbeispiele:   België (Info)

Bedeutungen:

[1] Land in Westeuropa; Belgien

Synonyme:

[1] offizielle Bezeichnung: Koninkrijk België

Oberbegriffe:

[1] land

Beispiele:

[1] België ligt aan de Noordzee.
Belgien liegt an der Nordsee.

Übersetzungen Bearbeiten

[1] Niederländischer Wikipedia-Artikel „België
[1] Van Dale Onlinewoordenboek: „België
[1] uitmuntend Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „België

België (Westflämisch) Bearbeiten

Substantiv, n, Eigenname Bearbeiten

 
[1] België
Singular Plural

Substantiv het België

Diminutiv {{{Singular Diminutiv}}} {{{Plural Diminutiv}}}

Worttrennung:

Bel·gië, kein Plural

Aussprache:

IPA: [ˈbɛlɣijə]
Hörbeispiele:

Bedeutungen:

[1] Staat in Westeuropa; Belgien

Synonyme:

[1] offizielle Bezeichnung: Keunienkryk België

Unterbegriffe:

[1] nach Regionen:Vloandern, Wallonië, Brussel

Beispiele:

[1]

Übersetzungen Bearbeiten

[1] vlsWikipedia-Artikel „België