oppervlak (Niederländisch) Bearbeiten

Substantiv, n Bearbeiten

n Singular Plural

Wortform het oppervlak de oppervlakken

Diminutiv het de

Worttrennung:

op·per·vlak, Plural: op·per·vlak·ken

Aussprache:

IPA: [ˈɔpərvlɑk], Plural: [ˈɔpərvlɑkən]
Hörbeispiele:   oppervlak (Info) Plural:   oppervlakken (Info)

Bedeutungen:

[1] die Oberfläche
[2] Mathematik: die Fläche

Verkleinerungsformen:

[1] oppervlakje

Beispiele:

[1]
[2] Een bol heeft de kleinste oppervlakte voor een bepaald volume.
Eine Kugel hat die kleinste Oberfläche bei gegebenem Volumen.

Übersetzungen Bearbeiten

[2] Niederländischer Wikipedia-Artikel „oppervlak
[1] Van Dale Onlinewoordenboek: „oppervlak
[1] uitmuntend Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „oppervlak