dwarsfluit (Niederländisch) Bearbeiten

Substantiv, m, f Bearbeiten

m, f Singular Plural

Wortform de dwarsfluit de dwarsfluiten

Diminutiv het dwarsfluitje de dwarsfluitjes

 
[1] Dwarsfluit

Worttrennung:

dwars·fluit, Plural: dwars·flui·ten

Aussprache:

IPA: [ˈdʋɑrsflœʏt]
Hörbeispiele:   dwarsfluit (Info)

Bedeutungen:

[1] Querflöte

Synonyme:

[1] traverso

Oberbegriffe:

[1] blaasinstrument, fluit, houtblaasinstrument (hout), muziekinstrument

Unterbegriffe:

[1] altdwarsfluit, piccolo

Beispiele:

[1] Zij speelt dwarsfluit.
Sie spielt Querflöte.

Übersetzungen Bearbeiten

[1] Niederländischer Wikipedia-Artikel „dwarsfluit
[1] Van Dale Onlinewoordenboek: „dwarsfluit
[1] uitmuntend Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „dwarsfluit