m Singular Plural

Wortform de wijn de wijnen

Diminutiv het wijntje de wijntjes

Worttrennung:

wijn, Plural: wij·nen

Aussprache:

IPA: [ʋɛi̯n]
Hörbeispiele:   wijn (Info)

Bedeutungen:

[1] Wein

Herkunft:

Entlehnung aus lateinisch vīnum → la

Oberbegriffe:

[1] drank, alcohol

Beispiele:

[1] Hoe vaak drinkt u wijn?
Wie oft trinken Sie Wein?

Charakteristische Wortkombinationen:

[1] een fruitige wijn, een jonge wijn, een rode wijn, witte wijn

Übersetzungen

Bearbeiten
[1] Van Dale Onlinewoordenboek: „wijn
[1] uitmuntend Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „wijn
[1] Niederländischer Wikipedia-Artikel „wijn