achterland (Niederländisch) Bearbeiten

Substantiv, n Bearbeiten

n Singular Plural

Wortform het achterland de achterlanden

Diminutiv het achterlandje de achterlandjes

Worttrennung:

ach·ter·land, Plural: ach·ter·lan·den

Aussprache:

IPA: [ˈɑχtərlɑnt]
Hörbeispiele:   achterland (Info)   achterland (Info) Plural:   achterlanden (Info)

Bedeutungen:

[1] hinter einem zentralen Ort gelegenes Gebiet

Verkleinerungsformen:

[1] achterlandje

Beispiele:

[1] Het achterland van de grote zeehavens toont een ander beeld.
Das Hinterland der großen Seehäfen zeigt ein anderes Bild.

Übersetzungen Bearbeiten

[1] Van Dale Onlinewoordenboek: „achterland
[1] uitmuntend Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „achterland