Allgemein Bearbeiten

Deutsch Bearbeiten

Redewendung Bearbeiten

Verb Bearbeiten

Englisch Bearbeiten

  • 2 und mehr Pluralformen für englische Substantive

Redewendungen Bearbeiten

Französisch Bearbeiten

Niederländisch Bearbeiten

Substantive Bearbeiten

informatie, rivaliteit, buitenland, tekst, uitdrukking, verschil, relatie, vraag, deur, raam, probleem, buurt, wijn, informatica, sjabloon, formaat, bladzijde, gids, e-mailadres, bioscoop

Verben Bearbeiten

bedoelen, drinken, gaan, gebeuren, gebruiken, halen, helpen, kijken, klimmen, laten, lijken, luisteren, roeien, praten, spelen, spreken, staan, toetsen, trouwen, vertalen, vinden, voetballen, vragen, weten, winnen, wonen, zeggen, zetten, opslaan, uitleggen,

Präpositionen Bearbeiten

over, aan, voor, in, met, onder, tussen, achter

Adverbien, Sonstiges Bearbeiten

altijd, al, graag, ook, soms,erg, wel, maar, nog, gisteren, [[]], [[]], [[]], [[]], [[]], [[]],

Grammatikbegriffe Bearbeiten

werkwoord, prepositie, infinitief, infininitiefvorm, voorzetsel, lidwoord, [[]],

Arabisch Bearbeiten