vragen

vragen (Niederländisch)

Verb

	Präsens	Präteritum
1. Person Singular	vraag	vroeg
2. Person Singular	vraagt	vroeg
3. Person Singular	vraagt	vroeg
Plural	vragen	vroegen
Konjunktiv Singular	vrage	—
Imperativ Singular	vraag!	—
Partizip	vragend	(hebben) gevraagd

Worttrennung:

vra·gen

Aussprache:

IPA: [vraχə], [vraɣən]

Hörbeispiele:  vragen ^(Info)

Bedeutungen:

[1] fragen, eine Frage stellen; bitten

Beispiele:

[1] Mag ik je iets vragen?

Darf ich dich etwas fragen?

Wortbildungen:

[1] aanvragen, afvragen, bevragen, doorvragen, ondervragen, uitvragen

Übersetzungen

 [1] eine Frage stellen/bitten

Deutsch: fragen, bitten

Referenzen und weiterführende Informationen:

[1] Woordenlijst Nederlandse Taal - Officiële spelling: „vragen“

[1] etymologiebank.nl (Datenbank niederländischer und afrikaanser etymologischer Wörterbücher): „vragen“

[1] Van Dale Onlinewoordenboek: „vragen“

[1] uitmuntend Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „vragen“