titeltje
titeltje (Niederländisch) Bearbeiten
Substantiv, n Bearbeiten
Worttrennung:
- ti·tel·tje Plural: ti·tel·tjes
Aussprache:
- IPA: [ˈtitəltjə]
- Hörbeispiele: titeltje (Info)
Bedeutungen:
Beispiele:
- [1] Opvallend is dat enkele onderwerpen extra benadrukt worden doordat ze onder meer dan één titeltje opgenomen zijn.[1]
Übersetzungen Bearbeiten
- [1] Niederländischer Wiktionary-Eintrag „titeltje“
Quellen:
- ↑ Erik De Bom: Geleerden en politiek. De politieke ideeën van Justus Lipsius in de vroegmoderne Nederlanden. Uitgeverij Verloren, 2011, ISBN 9789087042158, Seite 152 (zitiert nach Google Books, abgerufen am 9. Januar 2021) .