niet (Deutsch) Bearbeiten

Konjugierte Form Bearbeiten

Nebenformen:

niete

Worttrennung:

niet

Aussprache:

IPA: [niːt]
Hörbeispiele:   niet (Info)
Reime: -iːt

Grammatische Merkmale:

  • 2. Person Singular Imperativ Präsens Aktiv des Verbs nieten
niet ist eine flektierte Form von nieten.
Die gesamte Konjugation findest du auf der Seite Flexion:nieten.
Alle weiteren Informationen findest du im Haupteintrag nieten.
Bitte nimm Ergänzungen deshalb auch nur dort vor.

Ähnliche Wörter (Deutsch):

Anagramme: eint, Tein


niet (Niederländisch) Bearbeiten

Adverb, Negationspartikel Bearbeiten

Worttrennung:

niet

Aussprache:

IPA: [nit]
Hörbeispiele:   niet (Info)

Bedeutungen:

[1] nicht, Partikel, die die Verneinung, die Negierung beziehungsweise die Negation ausdrückt
[2] Logik: Negation, Negator
[3] den Sinn nicht verändernde Partikel in Sätzen oder Satz-Teilen (Nebensätzen), die schon anders als durch das Wort „niet“ funktional negiert sind

Sinnverwandte Wörter:

[1] geen, nimmer, nooit

Gegenwörter:

[1] wel
[2] en, of

Oberbegriffe:

[1] negatie, ontkenning

Beispiele:

[1] Zij komt niet
Sie kommt nicht.
[2] A en niet A is onwaar
A und nicht A ist falsch.
[3] “Zolang de onderhandelingen nog niet afgesloten zijn, is het open of het daarbij blijft”
„Bis die Ermittlungen nicht abgeschlossen sind, ist offen, ob es dabei bleibt.“[1]

Charakteristische Wortkombinationen:

[1] niet aanvaardbaar, niet erkend, niet doordacht, niet uitvoerbaar, niet eenvoudig, niet functionerend, niet geschikt, niet gehoorzaam, niet leesbaar, niet voorhanden, niet verkiesbaar, niet waarneembaar, niet herhaalbaar, niet bevoegd, niet juist, niet correct, niet welkom
[1] absoluut niet, beslist niet, om niet (=gratis), toen niet

Wortbildungen:

nietig, niets, vernietigen, nietig verklaren, alles of niets, niets aan te doen
weitere Wortbildungen siehe beim Präfix niet-

Übersetzungen Bearbeiten

[1] Woordenlijst Nederlandse Taal - Officiële spelling: „niet
[1] Van Dale Onlinewoordenboek: „niet
[1] uitmuntend Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „niet
[1] etymologiebank.nl (Datenbank niederländischer und afrikaanser etymologischer Wörterbücher): „niet

Quellen:

  1. Hanno Müller in der Frankfurter Allgemeinen Zeitung vom 10. Juli 2012, Seite 16